BUITENLIES                                waar elke stap een avontuur is
 

Natuurlijke navigatie

In een wereld vol GPS en digitale kaarten en kompassen, vergeten we soms dat de natuur ons ook kan helpen om onze weg te vinden. Al eeuwenlang gebruiken mensen natuurlijke navigatie om zich te oriënteren in de wildernis. Als je je meer verdiept in natuurlijke navigatie, biedt de natuur talloze aanwijzingen. In deze blog kun je lezen ho hoe je kompasplanten, mossen aan bomen, vogels, sterren, de maan en andere natuurlijke elementen kunt gebruiken om je weg te vinden.

Kompasplanten

Kompasplanten zijn planten die hun bladeren of bloemen in een bepaalde richting oriënteren, dit doen ze om optimaal zonlicht op te vangen. Omdat ze dit doen kunnen wij ze inzetten als hulpmiddel bij een natuurlijke navigatie. Hieronder enkele kompasplanten:

  • (Kompasplant) Silphium laciniatum: deze plant heeft grote, diep ingesneden bladeren die zich in een noord-zuid richting oriënteren. Het geveerde blad draait zich naar die richting om zichzelf te beschermen tegen te veel verdamping door de zon.
  • Stengelloze silene (Silene acaulis): Deze plant groeit in een ronde polvorm. De bloemen die aan de zuidkant zitten bloeien als eerst, waardoor het mogelijk is om de richting af te lezen aan de hand van de plant.


  • Kompassla (Lactuca serriola): De bladeren richten zich naar de zon, zodat je ongeveer de windrichtingen van het kompas bepaald kunnen worden. Kompassla is een wilde voorouder van de gecultiveerde sla. 

Mossen aan bomen

Mossen houden van vochtige schaduwrijke plekken. Dit is de reden waarom je vaak aan de noordzijde van bomen mossen zult vinden.  

Uiteraard kan de groei van mos  beïnvloed worden door lokale omstandigheden zoals vochtigheid, licht en wind. In dichtbeboste gebieden kan mos aan alle kanten van een boom groeien, waardoor het minder betrouwbaar is als kompas.


Vogels
Vogels, zoals ganzen, gebruiken verschillende methoden om te navigeren tijdens hun migraties. Ze maken gebruik van het magnetisch veld van de aarde, de positie van de zon en sterren, en zelfs geuren om hun weg te vinden. Vogels hebben een speciaal eiwit in hun ogen, cryptochroom, dit is een eiwit dat er voor zorgt dat de vogels de magneetlijnen kunnen waarnemen en hen de weg naar het zuiden tonen. 

In Nederland vliegen veel trekvogels in de herfst naar het zuiden en in de lente naar het noorden. 
Door goed te kijken in welke richting de vogels vliegen kun je je noord - zuid oriënteren. Ook passen vogels hun vlieghoogte aan op basis van weersomstandigheden. Ze vliegen vaak lager bij slecht weer en hoger bij goed weer.

Sterren en de maan
Voor de komst van moderne navigatietechnologieën gebruikten zeevaarders de sterren en de maan om hun positie te bepalen. De poolster, ook bekend als Polaris, een bekende ster. Als je een denkbeeldige lijnt trekt vanaf de Poolster recht naar beneden naar de horizon, ligt het noorden! En als je weet waar het noorden is, weet je ook waar het oosten, zuiden en westen zijn. Je kunt je dus oriënteren! Polaris vormt de staart van de Kleine Beer.


Vind het noorden met de poolster! Vind het noorden met behulp van de poolster!



 

 
 
E-mailen
Info
Instagram
LinkedIn